Bij Geen Blad voor de Mond zijn we trots op wat wij maken. En dat delen we graag. Voor GHOR Twente spraken we met Ina Kerkdijk, Christien Lohuis en Aschwin Ekkel. Nieuwsgierig naar het verhaal? Je leest het hieronder in het artikel van de maand.
Samenwerken tijdens de brand bij Krönnenzommer
Een crisissituatie. Zo mogen we de brand op 13 november 2022 bij Krönnenzommer in Hellendoorn zeker noemen. Ina Kerkdijk, directeur woonzorg bij ZorgAccent, kon dankzij eerdere crisistrainingen écht van meerwaarde zijn tijdens het incident. “Ik ben enorm trots op de samenwerking die er tussen alle partijen was.”
Alle drie zijn ze die avond onderweg naar het incident in Krönnenzommer. Directeur woonzorg Ina Kerkdijk, leider Commando Plaats Incident (CoPi) Aschwin Ekkel en Officier van Dienst Geneeskundig (OvD-G) Christien Lohuis. En al snel weten ze het: dit is een groot incident. De ene bellende collega na de andere, verontrustende berichten over de portofoon. Daarom kiezen zowel Christien als Aschwin er al in de auto voor om op te schalen. Aschwin: ‘Eigenlijk was er nog chaos op het moment dat we aankwamen.’
Christien en Aschwin weten elkaar snel te vinden in een ‘motorkapoverleg’. Want orde op zaken stellen is op dat moment het belangrijkst. Een duidelijk beeld krijgen van de brandhaarden, weten hoeveel bewoners en medewerkers er nog in het complex zijn en helder krijgen wie welke taak uitvoert. Als duidelijk wordt dat Ina op dat moment al aanwezig is wordt zij direct bij het overleg betrokken.
Waardevolle toevoeging
Christien: ‘Dat was op dat moment heel waardevol. Ina kent het gebouw, weet hoeveel bewoners en medewerkers er aanwezig zijn en kan ons dus tijdens het overleg goed informeren.’ Ina: ‘Ik kon vervolgens plattegronden regelen, sleutels overhandigen en medewerkers aansturen.’ Eerdere crisistrainingen die ze bij GHOR Twente volgde kwamen op dit moment goed van pas. Ina oefende namelijk al eens met dergelijke situaties. ‘Dat zit dan toch in je achterhoofd. Je weet welke organisaties er betrokken zijn. Je kent de hoofdlijnen en herkent bepaalde begrippen.’
Aschwin: ‘Alleen al het feit dat je niet meer zoveel hoeft uit te leggen, werkt dan al in het voordeel. Wat een CoPi-bak is en hoe de vergaderstructuur werkt, was al duidelijk.’ Uiteindelijk worden er 64 bewoners geëvacueerd. Ook daarbij valt op hoe gestructureerd alles verloopt. Aschwin: ‘We hebben vrijwilligers en medewerkers van ZorgAccent in kunnen zetten om bewoners van het ene naar het andere gebouw te begeleiden. Voor ons een enorm voordeel, want zij weten hoe ze de bewoners het beste kunnen begeleiden.’
Iedereen voorbereid
Ina: ‘Bij ons zijn veel zorgmedewerker bhv’er. We doen geplande en ongeplande oefeningen. In situaties als deze merk je hoe belangrijk het is dat je voorbereid bent. Natuurlijk zit je vol adrenaline, al vanaf het moment dat je gebeld wordt. Maar het lukt dankzij die trainingen toch om het overzicht te bewaren.’ Christien vult aan: ‘Er waren zes ambulances ter plaatse. Dat is een relatief klein clubje. Dan is het heel fijn als er andere professionals zijn die kunnen helpen. Daar heb je echt wat aan.’
Uiteindelijk worden twee mensen per ambulance afgevoerd. Daarnaast zijn er ter plekke 22 mensen beoordeeld door het ambulancepersoneel. Vervolgens zijn bewoners met vervoer van ZorgAccent en de beschikbare ambulances naar andere locaties van de zorgorganisatie gebracht. Ook hier verliep de samenwerking weer soepel.
Enorme impact
Ina: ‘De impact van de hele situatie was groot. De laatste bewoner lag ’s nachts om half vier pas in bed. Vervolgens beland je in allerlei crisisoverleggen. Pas aan het eind van de volgende dag werd het gebouw vrijgegeven, dus je moet zaken regelen.’ Ina zet in op nazorg. Iedere medewerker wordt persoonlijk gebeld. Medewerkers maken vervolgens met een professionele begeleiding in groepen een ronde door Schulenborgh, de afdeling van het gebouw waar de brand woedde. ‘Alles was pikzwart. Dat maakte heel veel indruk. Je merkt bij medewerkers het gevoel van machteloosheid. Er was namelijk één bewoner in dat deel die pas later geëvacueerd kon worden. Gelukkig gaat het nu goed met deze bewoner.’
Bij zowel Ina als Aschwin en Christien heerst het gevoel dat het zomaar anders had kunnen aflopen. De complexiteit van het gebouw bemoeilijkte de situatie. En omdat het om een gesloten afdeling ging werd extra alertheid gevraagd. Ina: ‘Je moet tijdens zo’n evacuatie echt opletten dat iemand niet zomaar gaat dwalen.’
Toch zijn er vanuit alle drie de partijen complimenten. Ina: ‘Er gingen heel veel dingen goed. Natuurlijk is zo’n brand een ramp. Maar het is ook leerzaam. Ik ben enorm trots op onze medewerkers. Er kwamen van alle kanten collega’s helpen die helemaal geen dienst hadden.’ Christien: ‘Dat enorme verantwoordelijkheidsgevoel was heel mooi om te zien. We hebben het echt met elkaar gedaan.’ Ina: ‘En je ziet nu toch hoe belangrijk het is om calamiteiten te oefenen. Een maand voor de brand was er nog een ongeplande oefening bij Krönnenzommer. Dat heeft in ons voordeel gewerkt.’ Aschwin: ‘Als je dit soort evacuaties oefent, snap je op het cruciale moment beter wat er gebeurt.’
Opleiden, trainen, oefenen
Ook bij een ongeval, ramp of crisis zijn zorginstellingen verantwoordelijk voor het leveren van goede zorg. Daarom biedt GHOR Twente de zorgorganisaties in Twente de mogelijkheid om zich goed voor te bereiden. Dit kan binnen de eigen organisatie, maar ook samen met hulpdiensten en andere zorgorganisaties. We hebben immers een gemeenschappelijk streven: zorg(continuïteit) en veiligheid voor de zorgbehoevende medemensen. In zowel dagelijkse als bijzondere omstandigheden. Kijk voor de trainingen voor ketenpartners en zorginstellingen op www.ghortwente.nl.
Dit artikel is geschreven door een van onze tekstschrijvers. Ook hulp nodig bij jouw content? Neem gerust contact met ons op.